h

De economische crisis en de Corona-epidemie.

12 mei 2020

De economische crisis en de Corona-epidemie.

Nog maar kort geleden werden er juichende verhalen verteld over economisch herstel na de vorige crisis. Maar de gevolgen van de  crisis in de jaren 2008-2010 en later zijn nog lang niet verwerkt. En aan de oorzaken is niets gedaan. Van controle op de banken en meer regels voor de financiële sector is niets terecht gekomen.      
De dreigende volgende recessie in 2020 werd al ver vóór de corona-epidemie voorspeld. En dreigt nu over te gaan in een echte economische crisis. Nu wordt die epidemie voorgesteld als oorzaak van de economische crisis. Maar de recessie in de economie was er al vóór corona. Corona als oorzaak van de economische crisis: een omkering van de werkelijkheid.  Al ver vóór de epidemie waren de problemen in de economie nog steeds en  opnieuw voelbaar voor heel veel werkende mensen. In de industrie, in de havens en in de bouw, bij de banken en bij de overheid wordt de werkgelegenheid minder, er dreigen ontslagen en loonsverhoging is zeldzaam.                                                                                                   

Nederland: 2018-2019-2020.

In Nederland leven 600.000 huishoudens in armoede, dat zijn 1.100.000 personen, waaronder 300.000 kinderen. Een toenemend aantal zzp-ers loopt een groter risico op armoede dan anderen. Eén op de acht huishoudens staat rood, 110.000 hebben een achterstand in hun hypotheekbetaling. De zorgpremie kan door 270.000 huishoudens niet op tijd betaald worden. Van de huishoudens in Nederland heeft 1 op 5 problematische schulden. De lonen en salarissen van werkende mensen blijven achter bij de kosten van levensonderhoud. Evenals de inkomens van ouderen. Veel mensen hebben dubbele banen voor een fatsoenlijk inkomen voor hun gezin. Het reëel besteedbaar inkomen van huishoudens is in 2018 gelijk aan dat in 1977. En sterk achter gebleven bij de economische groei. Steeds meer mensen werken gedwongen in flexbanen, met tijdelijke contracten, als uitzendkracht of als zzp-er. Veel werk van mensen wordt vervangen door machines, computers en robots. En in plaats van vooruitgang betekent dat werk- en bestaansonzekerheid. De gevolgen van de politiek van afbraak en bezuiniging na de vorige crisis zijn nog iedere dag voelbaar voor grote delen van de bevolking. De verzorgingsstaat is bijna helemaal afgebroken. De zorg voor jeugd en jongeren is een chaos en onbereikbaar, met groeiende wachtlijsten. “Wajongers” met een ernstige handicap wordt verteld dat zij “hun eigen broek moeten ophouden”. De sociale werkplaatsen zijn nagenoeg gesloopt. Werkelozen worden gedwongen zwaar, gevaarlijk en ongezond werk uit te voeren. Voor jongeren op zoek naar een woning zijn geen woningen beschikbaar. De vroegere woningnood als in de jaren vijftig is weer terug. Het aantal vooral jongere daklozen groeit.

De AOW voor de oudere bevolking is al jaren lang niet verhoogd. Ook de pensioenen stagneren, er dreigen zelfs pensioenkortingen. En de pensioenleeftijd gaat omhoog. De verzorgingshuizen voor hulp behoevende ouderen zijn opgeheven. De toegang tot verpleeghuizen wordt bemoeilijkt, zieke ouderen moeten maar door hun kinderen, kleinkinderen en andere familie verzorgd worden. In de uitbraak van de corona-epidemie wordt duidelijk dat de bezuinigingen van de afgelopen jaren hebben geleid tot tekorten aan materialen die voor de zorg voor coronapatiënten nodig. Niet alleen tekort aan bedden, IC-kamers en beademingsapparaten, maar ook een tekort aan persoonlijke beschermingsmiddelen voor zorgverleners. In de verpleeghuizen hebben mensen wekenlang zonder die middelen gewerkt. Een ruime voorraad van die middelen aanleggen was in de zieken-  en verpleeghuizen verboden. Door die tekorten zijn behandelingen en operaties voor ernstig zieken uitgesteld, zelfs voor baby’s en jonge kinderen. De lonen en salarissen voor werkers in de thuiszorg en in de ziekenhuizen blijven steeds meer achter bij de stijgende kosten van levensonderhoud. Goede zorg is er vooral voor mensen met veel geld, in dure privé klinieken en verzorgingshuizen. De kwaliteit van het basisonderwijs wordt minder, meesters en juffen krijgen onvoldoende betaald, de werkdruk neemt toe, evenals de ongelijkheid van kansen voor de kinderen. Goed onderwijs wordt steeds meer een kwestie van geld. Ook voor de werkers in de publieke sector (politie, brandweer, ambulance) neemt de werkdruk toe en zijn de lonen bevroren.                                                    

Dat is de situatie voor heel veel mensen, nu ook tijdens de corona-epidemie. Maar de crisis was al aanwezig en voelbaar, lang vóór er sprake was van corona.

Met de grote bedrijven, met hun directies, besturen en aandeelhouders ging en gaat het intussen nog steeds uitstekend. De verzekeringsbedrijven die in feite de baas zijn over de gezondheidszorg maken flinke winst. Ook de grote banken maken enorme winsten. De winst van beursfondsen is in vijf jaar verdubbeld van 33 naar 66 miljard. Van alle bedrijven in Nederland samen groeide de winst een kwart, tot 290 miljard. De bedrijfswinsten groeien al jaren vele malen sneller dan het aantal banen of de loonsom. Het deel van het nationaal inkomen dat naar de beleggers gaat stijgt van jaar tot jaar. Het deel van het nationaal inkomen dat naar de werknemers gaat daalt van jaar tot jaar. Het aandeel van de factor arbeid in het nationaal inkomen is gedaald van 92 procent in 1977 naar 73 procent in 2018. In de jaren 1965 tot 1975 was vennootschapsbelasting voor bedrijven 45 tot 48 procent van de winst. In de jaren tot 2020 is dat verlaagd naar nog maar 20 tot 25 procent. Eén procent van de vermogenden in Nederland bezit 25 procent van alle vermogens. En de rijkste 10 procent heeft 60% van het vermogen.

Dank zij het corona-virus zijn Rutte en de VVD plotseling bij veel mensen populair. Maar hoewel zij uitvoerders zijn van de gevoerde politiek, zijn niet alleen Rutte en de VVD aansprakelijk. Het waren ook andere, zogenaamd “progressieve” partijen die afbraak en bezuiniging ondersteunden en uitvoerden. Allereerst moet de PvdA genoemd worden. Het begon al bij Kok, jaren geleden, gestimuleerd en gesteund door zijn Europese collega’s Schroeder (Duitsland) en Blair (Engeland). En door hun Amerikaanse voorbeelden, de presidenten Reagan en Clinton.                                     En dan de PvdA-ers van recenter datum: Wouter Bos, Jeroen Dijsselbloem, Diederik Samsom, Lodewijk Ascher. Maar ook Halsema en Klaver van Groen Links. Samen met CDA en D66. Bij al die partijen krijgen gewone werkende mensen de schuld van heel veel problemen in de schoenen geschoven. En die zelfde mensen moeten opdraaien voor de kosten en de gevolgen.

Financiële steun voor de grote bedrijven. Een oplossing voor de crisis?                  

Als reactie op de vorige crisis kregen de banken massale steun. En in de huidige crisis wordt massale steun aan vooral bedrijven aangekondigd. Die steun voor de banken heeft die vorige crisis niet echt opgelost. Miljarden steun voor de grote bedrijven zal ook nu niet helpen.  Directies, managers, besturen, commissarissen en aandeelhouders zullen daarvan profiteren. Werknemers hebben het nakijken en worden bedreigd met massale werkeloosheid.  De armoede zal toe nemen. Maar tegelijk ook het aantal miljardairs. En ook  de ongelijkheid in rijkdom en vermogen zal groeien. De overheid trekt miljarden uit om de crisis te bestrijden. Maar die miljarden moeten niet naar de grote bedrijven gaan. Bedrijven die kort geleden nog grote bedragen als dividend aan hun aandeelhouders hebben betaald komen niet in aanmerking voor steun. Ondernemingen die met slimme trucs belastingen ontwijken en ontduiken worden van financiële steun uitgesloten. Dat geldt ook voor grote uitzendbureaus die miljarden hebben verdiend aan hun uitzendkrachten. De KLM en Schiphol worden al jarenlang gesteund met belastingvrijstelling en subsidies. De lobby voor de luchtvaart doet het voorkomen dat die bedrijven zeer belangrijk zijn voor het nationaal inkomen en de werkgelegenheid. Die “iconen van ons land” (Mark Rutte!) zijn van veel minder betekenis dan hun leugenachtige lobby ons wil wijs maken. Ook grote verzekeringsmaatschappijen komen niet voor steun in aanmerking, het zelfde geldt voor de grote supermarkten en reisorganisaties. Een reisorganisatie als Booking.Com moet eerst de vooruit betaalde reisgelden maar terug betalen! En natuurlijk komen de banken helemaal niet in aanmerking voor steun. Bovendien moet voor al die bedrijven de dividendbelasting verhoogd worden.  Bedrijven waar “het geld tegen de plinten klotst” (Rutte) hoeven niet gesteund te worden, integendeel.

Geen steun voor kapitaal, maar steun voor arbeid.                                                

Steun moet er zijn voor werknemers die door de crisis hun baan verliezen. De uitkeringen voor werkelozen moeten naar 100% van het laatst verdiende loon. De bijstand en de AOW moeten omhoog. Kleine ondernemers in het midden- en kleinbedrijf moeten ruim gesteund worden, evenals de kleine ondernemers zonder personeel: zzp-ers. Mensen van 65 jaar die nog niet met pensioen zijn moeten direct in aanmerking komen voor hun AOW en pensioen. De pensioenfondsen zullen daarbij door de overheid gesteund moeten worden. De slachtoffers van het toeslagenschandaal bij de belastingdienst worden per direct schadeloos gesteld. De lonen in de zorg (ziekenhuizen, thuiszorg, verpleeghuizen), in het basisonderwijs en in de publieke sector (politie, brandweer en ambulance) moeten direct met 10% verhoogd worden. Steun is er ook nodig voor huisartsen, tandartsen, pedicures, mondhygiënisten, fysiotherapeuten, verloskundigen enz. Die komen nu door de crisis in moeilijkheden, maar ze blijven ook in de toekomst hard nodig. Artsen, verpleegkundigen en andere zorgverleners voor corona-patiënten lopen een groot risico ziek te worden en zelfs te overlijden. Zij werken nu zelf aan een stichting en een fonds om te helpen als zij of hun gezinnen financieel in de problemen komen bij ziekte of overlijden. Eigenlijk is het schandalig dat deze mensen dat zelf moeten organiseren, alsof ze het nog niet druk genoeg hebben. De overheid moet er voor zorgen dat dat fonds er direct komt en gevuld wordt met de nodige miljoenen die de regering beschikbaar heeft voor de bestrijding van de economische crisis. De huurdersheffing (extra belasting voor woningcorporaties) moet gestopt worden.  Die corporaties moeten financieel gesteund worden bij het realiseren van grote aantallen eenvoudige en goedkope prefab starterswoningen. Geproduceerd in een fabriek, gemonteerd op de bouwplaats. De mogelijkheden zijn er al, bedrijven in die sector moeten ondersteund worden. En de regels en voorschriften vereenvoudigd. Ook biologische en duurzame land- en tuinbouw moet een kans krijgen door boeren die hiermee een begin maken financieel te steunen. En eindelijk moet er ook geld beschikbaar komen om de jeugdzorg fatsoenlijk te organiseren. Huisuitzettingen als gevolg van huur- of hypotheekschulden zijn tot het einde van de crisis niet toegestaan. En het werk van deurwaarders wordt stil gelegd zo lang dat werk niet fatsoenlijk en eerlijk wordt georganiseerd. Er zijn nog veel meer zaken die het verdienen ondersteund te worden met de miljarden die minister Hoekstra tot zijn beschikking heeft. Beter dan die miljarden te storten in de bodemloze putten van de banken en de grote bedrijven.                                                                                                                   

Alle hier voorgestelde maatregelen moeten genomen worden, niet alleen omdat ze rechtvaardig en eerlijk zijn, maar ook economisch gezien het meest nuttig zijn.

De kern van de huidige economische problemen is dat er te veel aanbod is (er is te veel geproduceerd) en te weinig vraag (de koopkracht is voor veel mensen onvoldoende). Er is een praktische, eenvoudige en nuttige reactie mogelijk op de crisis, direct te realiseren, met het doel de koopkracht te verbeteren en kleine ondernemers te steunen.

Stimuleer de vraag, steun de middenstand.                                                              

Twaalf jaar geleden was er een financiële crisis, daarna een economische. Nu een gezondheidscrisis en een economische. Reactie op de vorige crisis: steun voor de banken. En nu, in 2020, wordt er geroepen om steun voor het grote bedrijfsleven. Steun voor de grote banken heeft die crisis van 12 jaar geleden niet echt opgelost. De grote bedrijven steunen zal ook nu niet helpen om de crisis te beëindigen.

Bij recessie, depressie en crisis is er altijd sprake van overproductie en onderconsumptie. Een scheve relatie tussen aanbod en vraag. Aan de aanbodzijde worden kleine ondernemers zwaar getroffen. Aan de vraagzijde zien werkende mensen hun inkomen dalen.                                                                                            Begin van een oplossing: een modern distributiesysteem.                                          Alle Nederlanders krijgen van de overheid vijf bonnen van € 10.-, te besteden bij bakker, slager, groenteboer, kaaswinkel en visboer. Geen contant geld, maar bonnen. Niet te besteden in supermarkten, grootwinkelbedrijven of in de winkels van de grote winkelketens. Ondernemers (kleine middenstanders) verkopen hun producten, niet voor geld, maar voor bonnen. En ruilen die bij de overheid in voor geld. Kosten: 850 miljoen euro. Bedrag van niets, vergeleken met  de bedragen die minister Hoekstra beschikbaar heeft. De actie kan na enkele maanden herhaald worden. Dan mogelijk ook voor kleding- en schoenwinkels. Lastig te organiseren, misschien, maar voor slimme i.c.t.-ers goed te bedenken. Stimuleer de vraagzijde van de economie. Breng de economie weer op gang, de reële economie van het dagelijks leven, voor klanten en winkeliers.

Ongeorganiseerd zijn en blijven we slachtoffer.

Tijdens de crisis van 2008-2010 en latere jaren werd er door actievoerders vaak geschreven en gesproken over de 1 procent en de 99 procent. De 1 procent waren de veroorzakers en de profiteurs van de crisis, de 99 procent waren de slachtoffers die voor de kosten moesten opdraaien. En eigenlijk is dat nu nog of weer zo. Die 1% is sterk en goed georganiseerd. De 99% is bijna ongeorganiseerd en dus zwak. En dan zijn zij alleen maar slachtoffers. Dat leidt tot uitspraken als: “Het is altijd zo geweest en zal altijd wel zo blijven”. En: “Wie voor een dubbeltje geboren is, wordt nooit een kwartje”. Dat denken maakt mensen machteloos en houdt verandering tegen. Toch is die machteloosheid maar schijn, het kan wel anders.

 

In wat voor maatschappij leven wij eigenlijk? Hoe zit onze samenleving in elkaar?  

In iedere samenleving vindt productie plaats (er wordt gewerkt) waardoor de mensen in hun levensonderhoud kunnen voorzien. In de organisatie van die productie hebben niet alle mensen dezelfde positie.

Algemeen gezegd onderscheiden we ook in het tegenwoordige kapitalisme twee belangrijke groepen mensen: klassen. De  ene groep bezit het vermogen arbeidskracht te verkopen, de andere groep heeft de productie-middelen in bezit en heeft het vermogen arbeidskracht te kopen.

Productiemiddelen zijn niet alleen fabrieken en gebouwen met machines en

grondstoffen, maar ook de middelen van banken, verzekeringen, ziekenhuizen, onderwijsorganisaties en winkelbedrijven.

                                                                                                                                           Werkende klassen: alle werkende mensen die voor hun levensonderhoud aangewezen zijn op hun arbeidskracht, of dat nu hoofd- of handarbeid is. Niet alleen werknemers in fabrieken.

Maar ook in bouw, schoonmaak, transport en openbaar vervoer. Daarnaast administratieve medewerkers in bedrijven en instellingen, bij banken, verzekeringen en de overheid.  En mensen die werken in onderwijs, zorg of winkelbedrijf.

 

Heersende klassen: grootaandeelhouders, financiers en eigenaren van grote, vaak internationaal georganiseerde ondernemingen, met de in hun dienst werkende commissarissen, directies, besturen en managers. En de zich met de heersende klassen identificerende politici, hoge militairen, hoge leidinggevende politiefunctionarissen en duur betaalde juridische, financiële, economische, organisatie- en belastingspecialisten.

                                                                                                                                                  Wie in de tegenwoordige tijd van crisis de eigen belangen wil verdedigen en mee wil delen in welvaart en vooruitgang moet zich realiseren als eenling en individu heel zwak te staan. Degenen die die iets willen bereiken zullen dat samen met anderen moeten doen. En zich moeten realiseren waar zij bij horen. Natuurlijk iedereen hoort bij een gezin, een familie, bij de mannen of bij de vrouwen, bij de ouderen of bij de jongeren, bij de hoog- of de laagopgeleiden, bij de blanke of de gekleurde Nederlanders. Maar vooral moeten zij zich realiseren met wie zij gedeelde belangen hebben. Kort gezegd: hoor je bij de 1 procent of bij de 99 procent? Bij de werkende of bij de heersende klasse? Dat woord “klasse” klinkt ouderwets, maar juist in tijden van crisis is het nog steeds bruikbaar.

De strijd voor de belangen van de 99 procent is niet alleen te voeren, dat moet samen gebeuren. Op basis van gemeenschappelijk belang en solidariteit.

Willem de Vroomen Alkmaar april 2020

 

Reactie toevoegen

U bent hier