h

Lilian, het spijt me

21 januari 2018

Lilian, het spijt me

Toen ik eind vorig jaar een bericht van Emile Roemer kreeg, dat hij de Tweede Kamer begin januari zou gaan verlaten, was ik verbaasd. Nog verbaasder was ik, toen ik las dat Lilian Marijnissen het stokje zou overnemen. En mijn verbazing sloeg om in boosheid.

“Dat is vast omdat ze de dochter van Jan Marijnissen is,” was de eerste gedachte die mij te binnen schoot. Het voelde als troonopvolging, terwijl Lilian zich in mijn ogen nog helemaal niet had bewezen. Ze zat net een half jaar in de Kamer. Het voelde niet goed.

Op de Algemene Ledenvergadering, die eind vorig jaar door onze Alkmaarse afdeling werd georganiseerd, zag ik minder bekende gezichten. Ik vroeg partijgenoten waar deze bekende gezichten waren gebleven. “Ze hebben hun lidmaatschap opgezegd. Lilian hè?” 

Haar naam werd uitgesproken alsof dat alles zou verklaren.

Een partijgenoot hield aan het begin van de vergadering een toespraak. Hij zei niet langer lid te kunnen blijven en betichtte de partij van nepotisme. Wederom was Lilian de reden dat deze partijgenoot, die zich jaren had ingezet voor onze afdeling, besloot weg te gaan. En ergens kon ik het hem, alhoewel ik zelf had besloten Lilian een kans te geven, niet kwalijk nemen.

Gisteren was het 23e partijcongres van de SP. Emile werd in het zonnetje gezet en op zijn inzet voor de partij werd teruggeblikt. Ik was trots, want Emile heeft mij geleerd dat je geen vieze spelletjes hoeft te spelen als politicus. Emile heeft mij geleerd dat transparantie en betrouwbaarheid belangrijke politieke waarden zijn en dat je geen grote mond hoeft te hebben om het te maken in de politiek. Dat je, door eerlijkheid en assertiviteit, door rake confrontatie, kunt zeggen wat er op je hart zit en waar je voor staat. Met grote teleurstelling zag ik Emile het stokje - of laat ik zeggen een mijnlamp - overhandigen aan Lilian.

Aan het einde van het congres, toen Lilian het podium opstapte om af te sluiten met een toespraak, was ik nog steeds teleurgesteld. Met gemengde gevoelens luisterde ik naar haar betoog over kapitalisme, over klasse ongelijkheid, over kunnen zijn wie je wilt zijn, over solidariteit, over menswaardigheid. En toen zei ze iets waardoor ik plotseling niet meer twijfelde aan haar bekwaamheid: “Wij socialisten veroordelen iemand niet op zijn of haar afkomst, maar wij komen op voor iedereen die het nodig heeft”.

Verdomme! Heb ik Lilian niet al die tijd veroordeeld op haar afkomst, op haar naam? Heb ik verzuimd te kijken naar haar jarenlange ervaringen als vakbondsleider, als raadslid? Was Lilian op het moment van stemmen op een nieuwe fractievoorzitter, niet gewoon daadwerkelijk de beste kandidaat van dat ogenblik?

Op dat moment, tijdens haar toespraak, had ik vertrouwen. Vertrouwen in Lilian, de partij, en de toekomst van de socialisten. Lilian, het spijt me.

 

Reactie toevoegen

(If you're a human, don't change the following field)
Your first name.
(If you're a human, don't change the following field)
Your first name.

Plain text

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.

U bent hier